Vaccineren honden; wel of niet nodig?

Om deze vraag te beantwoorden bespreken we eerst wat vaccineren nu eigenlijk is, het nut ervan en het vaccinatie schema. Daarna worden de risico’s uitgelicht en de alternatieven.

Wat is vaccineren

Vaccineren is een manier om antilichamen en afweercellen in het bloed te laten ontstaan tegen ziekten. Door een hond in te spuiten met een klein beetje dode of onschadelijk gemaakte ziekteverwekker wordt het lichaam aangezet tot het aanmaken van antilichamen. Het afweersysteem kan hierdoor gelijk in actie komen wanneer nodig omdat deze de ziekteverwekker herkent.

Verschillende vaccinaties

1. Hondenziekte (ziekte van Carré); zeer besmettelijke virusziekte. Braken, diarree, afwijkingen aan het zenuwstelsel, ademhalingsstelsel en huid. Afweer wordt aangetast. Honden besmetten elkaar via urine, ontlasting, oogvocht enz.
2. Leverziekte (hepatitis, adeno-virus type 1); veroorzaakt leverontsteking met koorts, bloedingen, braken en ontsteking van de ogen. Het wordt verspreid via urine. Kan bij jonge honden zorgen voor plotselinge dood.
3. Parvo (parvovirus); tast de darmen van de hond aan waardoor ernstige, waterige, vaak bloederige diarree ontstaat. Braken, koorts komt ook voor. Zorgt voor weerstandsvermindering. Erg besmettelijk en verspreid zich via ontlasting. Het virus kan buiten de hond zeer lang (min. 1 jaar) besmettelijk blijven.
4. Ziekte van Weil (leptospirose); veroorzaakt door bacteriën en overgedragen via urine of met urine besmet water. Ook besmettelijk voor de mens. Er zijn verschillende soorten leptospirose-bacteriën dus ook verschillende ziekteverschijnselen zoals geelzucht, diarree, braken, bloedingen en nierproblemen.
5. Kennelhoest (Bordetella, Para-influenza, Adeno-virus type 2); besmettelijke hondenhoest en wordt veroorzaakt door verschillende ziekteverwekkers nl. het Para-influenza virus, Adeno-virus type 2 en de Bordetella bacterie. Erg besmettelijk en vooral gezien op plaatsen waar veel honden samenkomen. Stress kan ook een rol spelen; door blaffen wordt de keel gevoelig en vatbaar voor infecties.
6. Hondsdolheid (Rabiës); dodelijke ziekte die besmettelijk is voor honden en andere dieren. Wordt vaak overgedragen via speeksel (beten hond, kat, vos, vleermuis). Het virus tast de hersenen aan en veroorzaakt angst en agressie. In Nederland komt hondsdolheid bijna niet voor. Verplichte enting voor reizen naar het buitenland.

Vaccinatieschema

De eerste vaccinatie op de leeftijd van 6 weken: Parvo en Hondenziekte
De tweede vaccinatie op de leeftijd van 9 weken: Parvo en ziekte van Weil
De derde vaccinatie op de leeftijd van 12 weken: de grote cocktail: Parvoziekte, Hondenziekte (ziekte van Carré) en Leverziekte (Hepatitis), ziekte van Weil, soms ook Kennelhoest (Parainfluenza en Bordetella)
De vierde vaccinatie (soms extra gegeven): idem als de derde vaccinatie
Leeftijd 1 jaar: de grote cocktail (Booster vaccinatie)

Na de booster vaccinatie is het noodzakelijk om de vaccinaties te herhalen i.v.m. de werkingsduur van het vaccin. Voor de grote cocktail wordt herhaling om de 3 jaar geadviseerd.
Ziekte van Weil en de Kennelhoest vaccinatie bieden maar 1 jaar bescherming en wordt ook wel de kleine cocktail genoemd. Rabiës biedt 3 jaar bescherming en kan indien nodig, gelijk gegeven worden met de grote cocktail.

Niet vaccineren

Honden kunnen niet gevaccineerd worden wanneer het dier ziek is, een chronische aandoening heeft waarbij herstel niet te verwachten is, drachtig is of geopereerd moet worden.

Vaccinatieschade

Vaccinaties kunnen ongewenste bijwerkingen hebben. Er wordt vaak aangegeven dat deze zelden voorkomen en dat het verband tussen ziekte/aandoeningen en het vaccineren niet wetenschappelijk is bewezen. Ook wordt aangegeven dat de risico’s niet opwegen tegen de voordelen van het beschermen tegen ernstige ziekten. Maar is dat wel zo? Internet staat vol met ervaringen van eigenaren en Mandy legt met Bioresonantie regelmatig een verband tussen de vaccinaties en de klachten.

Acute bijwerkingen:
1. Allergische reacties/shock
2. Zwelling van de kop
3. Jeuk/huidproblemen
4. Gillen bij elke gemaakte beweging van de kop/nek; maar 1 kant op kunnen draaien
5. Moeilijke ademhaling
6. Zwelling op de plek van vaccinatie
7. Bijten eigen poten en/of staart
8. Lichte verschijnselen passend bij de ziekte waartegen gevaccineerd is (bijv. neusenting Kennelhoest)
9. Tijdelijk koorts en niet lekker zijn
10. Misselijkheid en diarree

Bijwerkingen op lange termijn:
1. (Voedings) allergieën en intoleranties
2. Jeuk/huidproblemen
3. Epilepsie
4. Ontlasting eten, stenen, hout
5. Gedragsveranderingen
6. Hartziekten: mitralisklep insufficiëntie (lekkende hartklep) of aandoeningen hartklep
7. (Chronische) ontstekingen (oren, ogen)
8. Reversed sneezing, m.n. bij kleine rassen
9. Verschillende soorten verlammingen
10. Degeneratieve myelopathie (neurologische aandoening ruggenmerg)
11. Toevallen desoriëntatie / spontaan in elkaar zakken

Angst:
1. Hydrofobie (waterangst)
2. Verlatingsangst
3. Angst lopen over glimmende oppervlakken
4. Angst fel licht
5. Licht najagen

Het kan in sommige gevallen zelfs erfelijk zijn; een pup die nog niet gevaccineerd is, kan toch symptomen laten zien omdat hij dit geërfd heeft van zijn ouders.

Wel of niet laten vaccineren?

Betekent dit dat u uw hond niet moet laten vaccineren? Want na het lezen van bovenstaande is het begrijpelijk dat u twijfels heeft gekregen. Maar het is niet verstandig om massaal niet meer te gaan enten. Het is beter honden te beschermen tegen ziekten, zeker waar ze aan dood kunnen gaan. Maar wat zijn dan andere opties?

1. Allereerst kunt u uw hond laten titeren. Met behulp van een bloedtest wordt gecontroleerd hoeveel antilichamen in het bloed zitten. Als er nog voldoende antilichamen zijn dan kan de vaccinatie minimaal een jaar worden uitgesteld. Uitgezonderd de Ziekte van Weil en de Kennelhoest; er zijn geen bloedtesten die de bescherming betrouwbaar kunnen meten.
2. Niet klakkeloos de jaarlijkse oproep van de dierenarts opvolgen. Zoals u al eerder heeft gelezen is jaarlijks vaccineren niet nodig en is het een overbelasting voor het immuunsysteem.
3. Bioresonantie is zeer geschikt om de vaccinaties te laten ontstoren. Dit is 2 x nodig, voor en na de vaccinatie zodat uw dier zo min mogelijk last krijgt van de eventuele bijwerkingen.

Afspraak maken voor Bioresonantie

Wilt u de vaccinatieschade ook bij uw hond, kat of ander huisdier beperken? Maak dan een afspraak en neem contact met ons op.

.

Ja, ik wil informatie ontvangen

Wilt u vrijblijvend meer informatie over Bioresonantie? Neem contact met ons op door onderstaand formulier in te vullen: